De grens met Syrië ging eigenlijk vrij gemakkelijk. Nog een paar stempeltjes van wat uiterst vriendelijk Turken en toen kwamen we in een grote Syrische hal. Hier waren een stuk of zes loketten en het enige duidelijke was dat we ze allemaal moesten hebben, sommige zelfs meerder malen. De volgorde deed er niet toe, want die was altijd fout. Verassend was wel dat we bij het ene loket een hele smak dollars of euro’s moesten neertellen waarna wij Syrisch geld kregen om bij een ander loket weer af te geven. Maar er moest altijd iets bij, Ipo heeft nog enkele Euro’s in zijn zak gevonden, ik had nog wat Turks geld en zo verder. Uiteindelijk zette een hele dikke zwetende meneer ergens een krabbel en dat was het dan.
Camping Haroun moesten we wezen, de enige camping op 30 km van Aleppo. Toen we hier door een grote ijzeren poort naar binnen reden zakte ons de moed een beetje in de schoenen. De camping glom bijna van treurigheid. Het begon al met dat de enige bewoners 5 campers waren met bejaarde Italianen. Toiletten waren de hurksoort, schaduw was er nauwelijks, de eigenaresse moest iemand bellen om via de telefoon met ons te kunnen praten. Onder mededeling van “We komen straks terug” zijn we een hotel gaan zoeken in Aleppo.
Uiterst verfrist vertrokken we in de morgen, tenminste dat dachten we. Helaas Ramadan, nergens eten te krijgen. We hebben ongeveer een uur gecampeerd bij een cafeetje voor de kok kwam opdagen met een broodje. Hier leerden we ook onze eerste terrorist kennen. Een jonge Amerikaan van Pakistaanse oorsprong die Arabisch studeerde aan de universiteit van Damascus. Jaja, en wij zijn boertjes uut Drente. Ook de wereld beroemde Souk was dicht, helaas. Later op de dag bezochten we de Noria, schoepenraderen van Hama. Ze zijn heel indrukwekkend tot 10 meter en klinken zo’n beetje als een loopse eland.
woensdag 18 augustus 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten