Reisblog Ipo en Hennelies en Frus en Liesbeth

Reisblog Ipo en Hennelies en Frus en Liesbeth

Nederland (Castricum, Utrecht) --- Zuid Afrika (Kaapstad)

Van 1 augustus 2010 t/m januari 2011 gaan wij met z'n vieren op reis. Wij zijn Frus en Liesbeth en Ipo en Hennelies, die elkaar sinds 1973 kennen en allen reislustig van aard zijn.

We rijden vanuit Nederland met eigen vervoer naar Kaapstad Zuid-Afrika. Met onze eigen auto's (Toyota Landcruiser HZJ78 en HZJ80), een slaapplek op het dak, etc.

We hopen op deze wijze al onze familie, vrienden en bekenden op de hoogte te houden van onze belevenissen.







De route

De route
en het plan

zaterdag 28 augustus 2010

4WD in Wadi Rum














Na een bezoek aan Petra kan het alleen minder worden zou je zeggen. Maar dat blijkt toch niet zo te zijn. ’s Middags zijn we Wadi Rum binnen gereden, een soort natuurpark in de woestijn. Het bestaat uit allerlei surrealistische vooral rood/roze kleurige bergtoppen, waartussen de dalen geheel opgevuld zijn met zand en zandduinen. Het is het gebied waar de Seven Pillors of Wisdom van T.H. Lawrence zich afspeelt en hij, als Engels geheim agent, samen met de bedouinen de Turken uit het gebied en Aqaba verjaagd. Zonder gids hebben we daar twee geweldige dagen beleefd: kris kras door het gebied crossen, in 4WD en soms Low Gear, af en toe verdwalen, gelukkig bieden de daar wonende bedouinen en anders wel onze GPS’en dan altijd uitkomst. .
Onze kampeerplek was een van de mooiste plekjes tot nu toe, onder aan een 20 meter hoge natuurlijke bug van zandsteen. Een idyllische omgeving waar nadat alle andere toeristen vertrokken waren, de chili heerlijke smaakt, al zeg ik het zelf. ’s Nachts heerlijk geslapen na de opkomst van de volle maan te hebben bewonderd; de meest stille nacht tot nu toe. Zo willen we nog wel eens in de woestijn overnachten.

Wereldwonder Petra

Petra is geweldig. Frus en Liesbeth waren er al eerder, maar voor Ipo en Lies was dit de eerste keer. Je weet van foto’s en enkele scenes uit de film de Raiders of the lost Arc wat je te wachten staat, zeker bij de ingang.
De stad Petra van de Nabateers (jazeker) met al zijn graven, holwoningen is veel groter en de kleuren van de zandstenen lopen van rood, paars naar geel en groen. De geofysici onder ons zijn er nog niet over uit hoe deze waarschijnlijk geochemische processen werken of gewerkt hebben. De stad is enkele eeuwen BC gebouwd en ligt op een plek, die vanuit de omgeving niet zichtbaar is en in de 19e eeuw bij toeval ’ontdekt’. De ingang is een kilometer lange, zeer smalle, 100 tot 200 meter hoge kloof. Verder hadden de bewoners een ingenieus watervoorzieningsysteem opgezet met bovenstroomse dammen (inclusief omleiding van water bij flash floods), in rots uitgehouwen cisternes op de hoogste rotsen en een uitgebreid waterleidingsysteem om het water op alle plaatsen te brengen voor persoonlijk gebruik en irrigatie.
In Petra hebben we 2 onvergetelijke dagen doorgebracht met enkele wandelingen door de kloven en bovenlangs met mooie doorkijkjes en uizichten. Dit afgewisseld met het zwembad van hotel Al Anbat, waar wij op de parkeerplaats bivakkeerden.
Petra is aan iedereen aan te bevelen (misschien in een iets koeler seizoen).

Eten

Dat doen we toch allemaal? Wij hier ook hoor, en dat gaat prima tot nu toe. We koken ons potje meestal zelf en als dat zo uitkomt pikken we een restaurantje. Boodschappen doen vergt elke dag weer veel tijd, voordat we brood , groenten en fruit + drankjes gescoord hebben, zijn we verschillende winkels verder. Brood heet chobbes of ekmek. Dit zijn van die platte droge broden die niet populair bij ons zijn. Het Nederlandse brood is het enige wat we echt missen. Zeker nu in deze Arabische wereld de ramadan bezig is zijn veel winkels ’s ochtends of ’s middags of ’s avonds dicht, de goede volgorde zijn we nog steeds niet achter. Overdag zijn nu alle tentjes dicht , dus zijn we dan self supporting.
Eten doen we meestal vegetarisch, niet uit overtuiging, maar meer omdat de kamelen, schapen en geitenkoppen voor de slagerij niet aantrekkelijk zijn. Wij spreken geen Arabisch en zij geen Engels , wat het ook niet gemakkelijk maakt om een pondje gehakt te krijgen. De kippen moet je nog voor je laten slachten , wat voor ons ook (nog) geen optie is We eten gezond en lekker,.met de lokale ingrediënten en wat fantasie lukt het elke keer weer om wat smakelijks op tafel te zetten.

Wadi Majib



Goed voorbereid kwamen we bij de receptie van Wadi Majib aan. Op en top gekleed om een canyon tocht te maken. Dat bleek een misrekening, het was weliswaar een tocht door een canyon, maar eentje waar een rivier met allerlei stroomversnellingen doorheen liep. Zoals de man bij de receptie al zei : “You will get totally wet” en daar was geen woord van gelogen. Voor het merendeel liepen we door lekker warm water en regelmatig moest er over watervalletjes geklommen worden waarbij duizenden liters water er alles aan deden om je weer richting de uitgang te krijgen. Met wat blauwe plekken en een enkele valpartij is het ons gelukt om ons met veel plezier twee uur lang uit de naad te werken.

Dode Zee

Eigenlijk was het absurd duur en ook helemaal niet fijn maar het moest nu eenmaal. Men kan niet de Dode Zee voorbij rijden zonder er in gezwommen te hebben. Het ongemak begint al met de temperatuur. Het gebied van de Dode Zee ligt 400m beneden zeeniveau en is niet gewoon heet, het is er verschrikkelijk heet, een temperatuur van boven de 40 o bij 100% vochtigheid zorgt voor wat meer ongemak dan een transpirerende bilnaad. Verder voelt een pekelbad van 27% zout gewoon vies aan, men heeft het gevoel door dikke stroop te lopen. Inderdaad als je gaat zitten drijf je boven op het water maar tegelijkertijd gaat elk wondje, krasje, muggenbultje pijn doen. Na de fotoshoot verdwenen we dan ook snel naar het normale zwembad waar het water ook zo warm was dat je het gevoel had in een badkuip te zitten.

Ajloun Reserve

Dat was verdorie niet goedkoop, 32 JD, zeg maar 32 € om even te mogen wandelen in het Ajloun Forest Reserve. Oh, U wilt de Soap Trail van 7km wandelen, dan komen daar nog 53 JD bij. Toen we een beetje van deze prijzen bekomen waren besloten we om 32 JD te betalen en de zaak ordinair te flessen. Niemand kon ons beletten om de bordjes van de Soap Trail te volgen. Zo gezegd, zo gedaan. Helaas kwamen we aan het eind van de trail uit zo’n 1000 meter dieper en 20 km via de weg verwijderd van onze auto’s en dood en dood moe. Blijkbaar was een ophaal service inbegrepen in de 53 JD, die dus nu niet voor ons weggelegd was. Gelukkig zijn de Jordaniërs hele lieve mensen en al snel was er iemand bereid om ons per auto naar het beginpunt terug te brengen. Geld wilde hij niet dus hebben we hem verblijd met echte oud-hollandse stroopwafels.

Jerash

Eigenlijk wilden we Jerash bezoeken maar het is er niet van gekomen. Om de een of andere reden ontbrak ons de energie om de zoveelste rij pilaren en blokken zandsteen te gaan bekijken uit voorbije eeuwen. Hennelies heeft een enkele foto door het hek genomen. Het is ook moeilijk om enthousiast te blijven als je toplocaties zoals Palmyra en Krak gezien hebt. Overnacht hebben we hier bij het Olive Branch Hotel waar we op de parkeerplaats mochten slapen met gebruik van toilet, douche en zwembad. Hier kwamen we ook weer onze Duitse overlanders, Rolf en Joachim tegen. We hadden ze al eens eerder gezien in Damascus. Hun auto gaf wat probleempjes, als hij al wilde starten dan liep hij heet. Ongetwijfeld gaan we ze nog vaker tegenkomen, want zij zijn ook op weg naar Zuid-Afrika.

maandag 23 augustus 2010

Jordanië

De grens overgang was ditmaal een chaos aan beide zijden. Ramadan is volop aan de gang en iedereen is erg moe of geïrriteerd. De persoon aan wie wij onze exit tax uit Syrië moesten betalen lag met zijn hoofd op zijn armen te slapen, degene die mijn paspoort moest stempelen in Jordanië kwam niet verder dan Ipo. Bij mij legde hij zijn hoofd op de tafel en weigerde verder op mij te reageren. Toen ik gebaren maakte naar een collega van hem nam die het over. Hij wenste mij glimlachend welkom in Jordanië. De militair die mijn auto moest checken smeet me het paspoort toe met de opmerking “Where is stamp ?”. Hij kon hem niet snel genoeg vinden. Ipo werd om geld gevraagd en die dacht met 2 JD wel voldoende betaald te hebben. Schuimbekkend vertelde de militair dat dat 20 JD moest zijn. En toen ik hem ongevraagd 20 JD gaf moest hij er nog één extra hebben. Hoe dan ook , we waren in Jordanië.

Ramadan

We hebben ons wat betreft de reis op vele zaken voorbereid, maar op het gebied van de Ramadan zijn we in gebreke gebleven. We realiseerden ons niet precies wanneer het Ramadan was en ook niet welke impact dit had op het dagelijks leven in de betreffende landen. Dit bleek al toen wij op 12 augustus in Syrië kwamen.
In Aleppo, op zoek naar een hotel, kwamen we te midden van het chaotische verkeer terecht. Met nog overal activiteiten in de souq. Dit beloofde de nodige gezelligheid. Nadat wij ons in het hotel hadden opgefrist (wat is het warm), bleek in de straten de rust te zijn weergekeerd en waren de winkeltjes in de souq nagenoeg allemaal gesloten. Toen maar een eetgelegenheid gezocht. Het werd een vroegertje die avond. We hadden het nog niet echt in de gaten. Dat bleek pas de volgende morgen. Wederom een bezoek gepland aan de souq en ook nu waren bijna alle winkeltjes gesloten. Eindelijk ging het kwartje vallen: Ramadan. En ook was het nog eens vrijdag, de islamitische vrije dag. Geen souq bezoek dus.
In Damascus de Umayyad Moskee bezocht, de dames in een niet charmante burqah. Een prachtige Moskee. Helaas werd om 18.30 uur iedereen de moskee uitgewerkt. En dit met een rap tempo. Men had haast. Later in het restaurant bleek waarom. Terwijl de fruitsapjes op tafel kwamen, werd er een groot tv scherm naar beneden gehaald. En begon de Imam van de Umayyad Moskee zijn verhaal, afgewisseld met muziek/zang. Intussen begon het restaurant steeds voller te raken en hadden wij goed zicht op een tweetal tafels, een voor de vrouwen, een voor de mannen. Er werden allerlei lekkere hapjes bij hen op tafel gezet: dadels, brood, humus, aubergine dip, grote kannen sap enz. De gesprekken bleven doorgaan, zonder van al het lekkers te eten, tot het moment dat de Ramadan ‘gebroken’ werd. Het leek wel aftellen. Vanaf dat moment ging men ook helemaal los. Er werd tegelijkertijd gegeten, gedronken en gerookt. Wanneer wij van de gewone kaart wilden eten, zouden we pas om 21.00 uur aan de beurt zijn. Dit gingen we niet redden. De enige optie was mee te eten met het Ramadan menu. Helemaal geen straf, behalve dat dit menu voor ons veel te veel was. Na de mezzas hadden we al meer dan voldoende.
De Ramadan zullen wij de volle periode (11 augustus-10 september) mee gaan maken. Ook in Jordanië en Egypte wordt de Ramadan gevierd. Het vergt enige planning, want overdag zijn veel winkels, restaurants, etc. dicht. En we zullen zeker nog voor verrassingen komen te staan. Het Onze flexibiliteit wordt de komende weken wel op de proef gesteld.

Damascus

Twee dagen later vertrokken we weer uitgerust naar Damascus, onderweg afslagen naar Iraq voorbij rijdend en zonder succes voor een versnapering aangeklopt bij Bagdad Cafe (Ramadan?). Dan maar door de 200 km woestijn richting Damascus, waar maar één heel moeilijk te vinden camping was. Dat klopte want we hebben zelfs de souq van Damascus vanuit de auto gezien voor we het kreng gevonden hadden. De camping stelde weinig voor maar er waren warme douches and redelijk schoon sanitair. Damascus werd per taxi bezocht, dat was wel zo handig. De souq was hier in ieder geval open en ook de grote moskee hebben we gezien, waarbij de meisjes een paar belachelijk gewaden moesten aantrekken omdat ze er zo verleidelijk uitzagen. Ipo en ik waren niet erg verleidelijk met onze harige benen dus wij mochten er zo in. Communicatie was een groot probleem in Syrië, onze telefoons werkten niet en ook op internet werden allerlei sites geblokkeerd. Onze eigen CruisingAfrica site konden we niet bereiken en er dus ook niets opzetten.
’s Avonds teruggekomen op onze camping waren we ingebouwd door 25 Italiaanse campers variërend van grote camper tot gigantisch busformaat. Ze hadden hun hele huis ingepakt om zich thuis te voelen in het buitenland.

Palmyra



Palmyra, alleen de naam van deze prachtige palmenrijke oase, roept al associaties op met 1001 nachten, Ali Baba etc. Helaas de 40 rovers waren er ook. Op weg er naar toe braken we ons eerste record met 42.3 o C. Onze eerste stop was bij een zwembad naast het aloude Palmyra, alwaar wij de namiddag genoeglijk doorbrachten. Onze afspraak met de poolboy dat we op de parkeerplaats mochten overnachten werd een paar uur later door de manager herroepen. Hij stuurde ons weg. We moesten op zoek naar een andere plaats en die vonden we bij een heel smal huisje, direct achter de beroemde Bel Temple ,waarvan de eigenaar ons een camping met zwembad beloofde. Toen we met hem naar achter liepen begonnen we met door de modder te baggeren, het hele gebied stond onder 10 cm water want hij had net het hele zwembad in de tuin laten leeglopen. Het zou om 7 uur ’s morgens weer vol zijn en verdomd dat lukte ook nog bijna. Wij hadden een camping met twee auto’s en een privé zwembad voor een all-in prijs van 12€ per dag, op 100 m afstand van alle bezienswaardigheden in Palmyra. “Paradise in the Desert” zoals Mahmoud de camping eigenaar het noemde en hij had absoluut gelijk.
De volgende dag de bezienswaardigheden bezocht, lekkere Jaaalaab gedronken, voor niks in een internet cafe gezeten en weer genoten van ons bijna privé zwembad.

woensdag 18 augustus 2010

Krak

Vervolgens door naar Crac de Chevaliers waar wij ver na zonsondergang aankwamen. Ten eerste had in Syrië nog niemand van dit kasteel gehoord, zij worden niet graag herinnerd aan deze geschiedenis en hebben dus om ons te misleiden een heel andere naam verzonnen. Ten tweede zijn Syrische autowegen niet bedoeld om af te draaien, dus uitval wegen zijn bijna niet te herkennen tussen alle ander vertier wat hier langs en op de snelwegen plaatsvindt. En ten derde zijn we er nog niet uit of het een verkeerde kaart was of Ipo’s richtinggevoel. Ik ben blij met zijn richtingsgevoel, als ik het voortouw had moeten nemen waren we nu ondertussen in Wladiwostok. Diezelfde avond kwamen we er ook achter dat Ipo’s kusje met de boom toch een behoorlijk smakkerd moet zijn geweest want de tent kon alleen maar met behulp van hamers open. De volgende morgen hebben we dat als twee smeden met swingende hamers op scharnieren opgelost en nu zitten we bij het zwembad in Palmyra bij te komen van een temperatuur van 42.4 graden, Celsius dit keer.

Syrië

De grens met Syrië ging eigenlijk vrij gemakkelijk. Nog een paar stempeltjes van wat uiterst vriendelijk Turken en toen kwamen we in een grote Syrische hal. Hier waren een stuk of zes loketten en het enige duidelijke was dat we ze allemaal moesten hebben, sommige zelfs meerder malen. De volgorde deed er niet toe, want die was altijd fout. Verassend was wel dat we bij het ene loket een hele smak dollars of euro’s moesten neertellen waarna wij Syrisch geld kregen om bij een ander loket weer af te geven. Maar er moest altijd iets bij, Ipo heeft nog enkele Euro’s in zijn zak gevonden, ik had nog wat Turks geld en zo verder. Uiteindelijk zette een hele dikke zwetende meneer ergens een krabbel en dat was het dan.
Camping Haroun moesten we wezen, de enige camping op 30 km van Aleppo. Toen we hier door een grote ijzeren poort naar binnen reden zakte ons de moed een beetje in de schoenen. De camping glom bijna van treurigheid. Het begon al met dat de enige bewoners 5 campers waren met bejaarde Italianen. Toiletten waren de hurksoort, schaduw was er nauwelijks, de eigenaresse moest iemand bellen om via de telefoon met ons te kunnen praten. Onder mededeling van “We komen straks terug” zijn we een hotel gaan zoeken in Aleppo.
Uiterst verfrist vertrokken we in de morgen, tenminste dat dachten we. Helaas Ramadan, nergens eten te krijgen. We hebben ongeveer een uur gecampeerd bij een cafeetje voor de kok kwam opdagen met een broodje. Hier leerden we ook onze eerste terrorist kennen. Een jonge Amerikaan van Pakistaanse oorsprong die Arabisch studeerde aan de universiteit van Damascus. Jaja, en wij zijn boertjes uut Drente. Ook de wereld beroemde Souk was dicht, helaas. Later op de dag bezochten we de Noria, schoepenraderen van Hama. Ze zijn heel indrukwekkend tot 10 meter en klinken zo’n beetje als een loopse eland.

Hells pit and heavenly gate

Van de camping konden we niks kwaads zeggen. Het was gewoon een simpel plekje naast een hotel en natuurlijk aan de Middellandse Zee in Zuid-Oost Turkije . Geweldig, een klein minpuntje misschien. Als je aan het einde van de nacht de ladder van mijn tent scheef zou zetten zouden Liesbeth en ik er zo uitglijden. De temperatuur ging ’s nachts omhoog, volledig in lijn met de vochtigheid, waardoor wij al glibberend en vies van elkaar wakker werden. No lovelife hier.
Op de rustdag een uitje in de omgeving naar grotten; eigenlijk 2 ingestorte Karst-gaten: 1 voor de mensen in te storten (Hells Pit) en 1 voor verkoeling op 120 meter diep (Heavenly Gate). Ipo en Hennelies hadden bij het vertrek de volgende dag wat incidentjes met hun auto. Eerst een knietje van Ipo in de voorruit, resulterend in een mooie ster en toen een klein kusje met de boom bij het achteruitrijden.

Capadocia



Langs Ankara gereden richting Cappadocië. Als je aankomt, waan je je in een volledig andere wereld, een soort van maanlandschap. Op een betrekkelijk klein gedeelte staan vele geërodeerde vulkanische rotsen (tuffen, etc.) waardoor allerlei prachtige vormen ontstaan, variërend van kaboutermutsen tot fallussymbolen. Vele mensen hebben hier gewoond: van Hettieten, Romeinen, Byzantijnen, Christenen en Moslims..
Vrij snel hadden een camping te pakken (met zwembadje! en Ahmed) en fantastisch uitzicht over het landschap. ’s Avonds even rondgelopen, een oude kerk in een van de holen bezocht en ook het huishol van de sleutelbewaarster.
Na lekker Efez rondje op een terrasje in Goreme bij Mohammed, de broer van Ahmed, waren we weer helemaal ’t mannetje en vrouwtje. ’s Nachts was de lucht wat koeler en er was wat wind.,
Om half zeven ’s ochtends gewekt door overwaaiende ballonnen, een van de attracties hier. Een prachtig gezicht. Een ondergrondse stad bezocht met holen en gangen in 8 verdiepingen. Van een oude gids kregen we prima uitleg in en over de koele ondergrond. Verder rondgereden door het prachtige landschap.

Pazar (bij Ankara)


De vriendelijk agent stapte in mijn auto en dirigeerde me een klein weggetje op. Niet veel verder gaf hij een indicatie om te stoppen. Persoonlijk verwijderde hij de stukken ijzerdraad die het hek dicht hielden. Voila de camping en gratis nog wel. En inderdaad, er waren een tiental camping tafels op elkaar gestapeld en er waren een paar wastafels waarin de bruine strepen van vroeger water zichtbaar was. Nee dit was toch niet de camping die wij in gedachten hadden. Dus reden we door en vonden het perfecte idylische plaatsje aan een snelstromend riviertje uitmondend in een meertje, onder wat eeuwenoude olijfbomen.
Alleen jammer van de vliegen en dit waren geen gewone vliegen. Dit waren Turkse kamikaze vliegen die het voorzien hadden op de sappige enkeltjes van de Liesjes. Ook jammer van de muggen die het voorzien hadden op ieders enkeltjes, inclusief de overgebleven plekjes bij de Liesjes. Ook jammer van het afval dat hier in bergen lag, afkomstig van Turken die hier voordien gerecreëerd hadden en waarin de vliegen een culinaire orgie hielden. Niet zo blij waren we ook met het spontane feestje wat ontstond zo’n 100 meter hiervandaan met een tiental waarschijnlijk hitsige Turkse tieners. Zij hadden gehoord van die buitenlanders die hier kampeerden en kwamen gedurende de hele nacht per auto controleren of we er nog waren.
Echt opbeurend was het verliefde stelletje twintig meter van ons vandaan wat niet van elkaar af kon blijven en die ons perziken brachten. Jammer dat ze beiden boven de vijftig waren en de man praktisch geen tanden meer in zijn mond had. Verfrist na zo’n goede nachtrust verlieten wij ’s ochtends het idylische plaatsje op weg naar Capadocië.

maandag 9 augustus 2010

Over de Bosporus




We zijn in 4 dagen al in Istanbul beland (zie ook eerder bericht). Daar hebben Hennelies en Ipo in 1 dag de sfeer geproefd: grieks/romeinse (ondergrondse stedelijk watersysteem), byzantijnse en osmaanse (moskeeën, die tegen elkaar opbieden wat betreft gebedsoproep) en oosterse (bazaar) en Turkse (spaghettisnelwegen met onnavolgbaar tolsysteem) culturen. Wat ons betreft een plaats om nog eens terug te komen er is te veel zien, maar dan wel in een kouder jaargetij.
Intussen zitten we ergens voorbij Istanbul op een Turkse camping aan de Zwarte zee. We hebben de eerste Turkse op een Samowar gezette thee geproefd.
De eerste verbrande lichaamsdelen kleuren intussen prachtig rood en als de temperaturen weer hanteerbaar zijn en de oproep tot het middaggebed klinkt gaan wij de tocht naar het dorpje Sile aanvaarden. We hopen daar internet, en enkele vergeten attributen op de kop te tikken. Dat is dus niet gelukt, want intussen zijn we al in Cappadocië. Maar daarover in een volgend bericht.

Europa




Zo gezegd zo gedaan, alleen een klein uitstapje naar een zoutmijn in Hallein kon nog wel. Hier probeerde een gids ons in drie talen zo snel mogelijk al treinend, roetsjend en lopend door de mijn te loodsen . Aan het eind legde hij ons uit dat voor het cadeautje dat hij ons leverde, een minuscuul klein kartonnen doosje zout, er wel iets tegenover moest staan en om te laten zien wat hij verwachte lag er alvast een 5€ biljet klaar in het mandje. Mijn portemonnee gaf me de keuze tussen 20 cent en 2€. Helaas belette mijn gevoel van schaamte hem echt te geven wat ik van hem dacht.
We hadden eigenlijk afgesproken dat we bij Soedan het eerste kleine probleempje zouden tegenkomen, dat was vroeg genoeg. Het mocht niet zo zijn, de tweede dag bleek Ipo’s derde accu niet op te laden en mijn koelkast niet te werken. Ipo’s probleem was met een betere aansluiting opgelost. Mijn koelkast gaf mij drie mogelijkheden, foeteren, schreeuwen en slaan. Ik heb alle drie geprobeerd en toen zat er niets anders op dan naar een nieuwe om te zien in Istanbul. Na wat omzwervingen met taxi’s vonden we een zaak die deze koelkasten verkocht. Toen hij zag dat we van de prijs schrokken verzekerde hij ons dat we de discount nog te goed hadden. Hij bood ons 20%, fantastisch natuurlijk. Even later vertelde hij dat Turkije als enige land een special tax op koelkasten had en raad eens hoeveel percent dat was.
Volgens Ipo’s kaart waren er drie campings in Istanbul. Om negen uur ’s avonds hadden we er geen gevonden en alleen elkaar verloren. Door op het laatst nog door de walkie-talkie te schreeuwen dat we elkaar bij een vorige parkeerplaats zouden terugzien lukte het ons nog gezamenlijk verder te trekken. Op deze parkeerplaats zijn we dan ook blijven slapen. ’s Ochtends bleek pas wat voor een bezienswaardigheid wij waren, mensen wilden met ons voor de auto’s op de foto. Even voelden wij ons een celebrity. De dichtstbijzijnde camping bij Istanbul ligt aan de Zwarte Zee en daar zijn we nu op 6 Augustus. Het is hier geweldig, vol met Turken die allemaal willekeurig op een grasveld staan met tenten, caravans en sommigen volgens mij gewoon in de open lucht.

Vertrek (1 augustus 2010)

Nou daar vertrokken we dan. Een paar traantjes nog en weg waren we. Arie belde even later of we nog langs kwamen, zij wilden ons aan de weg uitwuiven. Helaas we waren al voorbij, sorry Arie. Na maanden voorbereiding zijn we op weg, na uitbundig uitgezwaaid en uitgetelefoneerd te zijn en beladen met extra proviand (blik en astronautenvoer), autoattributen (de zebrastuurhoes doet het goed) en memorabilia aan de spiegel (we zien niets meer door de voorruit).
De eerste dagen zouden we hard doorrijden en pas bij Istanbul een pauze nemen.