donderdag 9 september 2010
Red, white and black deserts
De Western desert road van Bahariya naar Luxor is laaaang, meer dan duizend kilometer woestijn afgewisseld met oases. De weg is bovendien voor het grootste gedeelte ook recht en eentonig, een waarachtige opgave voor bestuurders om wakker te blijven. De waarschuwingsborden voor bochten, meer koerswijzigingen van enkele graden en de vele checkpoints, vormen de belangrijkste gebeurtenissen in een uur rijden. Het grootste risico bij checkpoints blijkt intussen dat je pennen of potloden kwijtraakt, aangezien de politie of militairen daar een groot
tekort aan hebben.
Spectaculaire tussendoortjes zijn er gelukkig ook.
De mooiste is het White Desert geopark, waar we overnachtten tussen de door de wind gezandstraalde witte beeldhouwwerken in de vorm van verschillende soorten paddenstoelen en dieren uit het dierenrijk. Een oogverblindend en surrealistisch schouwspel, waar onze auto’s zich weer fotogeniek konden laten zien.
’s Avonds bleek dat we niet de enige waren die er overnachtten, gezien de diverse vuurtjes in de woestijn. Ook de aanwezige woestijnvossen hadden zich aangepast en kwamen tijdens het eten hun portie ophalen. Het eerste ‘wild’ hebben we gespot.
Spectaculaire tussendoortjes zijn er gelukkig ook.
De mooiste is het White Desert geopark, waar we overnachtten tussen de door de wind gezandstraalde witte beeldhouwwerken in de vorm van verschillende soorten paddenstoelen en dieren uit het dierenrijk. Een oogverblindend en surrealistisch schouwspel, waar onze auto’s zich weer fotogeniek konden laten zien.
Daarnaast zijn er de oases, sommige groot (Bahariya), Dahkla, ..) andere klein (Farafra, Khagla, ..), waar dadelpalmen en ander groen welig tieren. Alle oases bestaan bij de gratie van zoet grondwater; de aanwezige hot en cold spring zijn in feite aangesloten op diepe waterputten. Niet zelden een mislukte, hergebruikte olieboring. De verdere voorzieningen in de oases zijn basic, in ieder geval geen internet.
Daarom zijn we blij dat we nu in Luxor aangekomen zijn bij onze camping met zwembad en internet, waar ook de Oranje Trophy heeft gekampeerd en waar we de eerste overlander vanuit Zuid Africa zijn tegengekomen. Dat levert een hoop informatie op.
Daarom zijn we blij dat we nu in Luxor aangekomen zijn bij onze camping met zwembad en internet, waar ook de Oranje Trophy heeft gekampeerd en waar we de eerste overlander vanuit Zuid Africa zijn tegengekomen. Dat levert een hoop informatie op.
Siwa
In één woord geweldig.
Onze ervaring in het duinenveld kwam hier goed van pas want de officier legde de lat hoog door met minimaal 100 km/h over ongeasfalteerde ofwel zwaar beschadigde wegen weg te stuiven. Met ware doodsverachting zwierden wij door de woestijn, af en toe een paar klompen asfalt ontmoetend, maar meestal zand en keien. Onze auto’s hebben het goed doorstaan, alleen Ipo’s toeter wil niet meer en ik vis zand uit allerlei hoeken waar ik dat normaal niet zou verwachten.
Woestijn
Het duurde een tijdje voor we het doorhadden. Het oude mannetje wenkte ons met de ene hand en stuurde ons weg met de andere hand. Hij sprak daarbij allerliefs Arabisch. Maar uiteindelijk viel de piaster. Hij wilde Ipo en mij uitnodigen maar de vrouwen niet en natuurlijk stonden die vooraan om mee te gaan. Dus moesten de Liesjes zich bezighouden met Rummy-Kuppen en werden de mannen ge-entertaint door de mannelijk tak van een Arabische familie. We kregen thee en limonade en werden met handen en voeten ondervraagd over onze avonturen. Aangezien wij tegenwoordig heel goed zijn met ledematen-speak werden die avonturen dan ook behoorlijk aangedikt.
Hoe we hier terechtkwamen ? Oorspronkelijk hadden we veel verder de woestijn in gewild dan El Alamein maar een kleine 210km detour vanwege een vergeten mobieltje had wat roet in het eten gegooid. Dus El Alamein werd het. We reden zo’n tien km over wat zandpaadjes de woestijn in richting een paar huisjes en vroegen aan de eerste de beste El-Alameinees of we hier mochten staan. Dat mocht en zo doende.
De volgende dag door naar Matrouh en ook hier viel de afstand tegen en wederom werd gekozen voor een “night in the desert”, we zijn natuurlijk zuinige Nederlanders. Hier ging het zelfs beter, we vonden een leuk stil plekje achter een bergje waar een paar oude machines stonden te roesten. Het was er lekker koel, relatief dan, het eten lukte fantastisch, we hadden zelfs nog twee biertjes. De flesjes hebben we nog gepoogd uit te wringen. En het was er heerlijk stil, ditmaal geen idioot geschreeuw vanaf de toren van een moskee. We lagen net heerlijk in slaap te vallen toen toch een verontrustende geluid opsteeg vanuit die roestende machines. Deze machines bleken nog steeds in gebruik als steenbrekers en die berg werd langzaam maar zeker weggebroken. Vanwege de Ramadan had men besloten ’s nachts te gaan werken. Gelukkig hielden ze tegen 5 uur ’s ochtends op waarna ik nog een dik uur slaap tegemoet kon zien voor de koperen knoert er een einde aan maakte.
Hoe we hier terechtkwamen ? Oorspronkelijk hadden we veel verder de woestijn in gewild dan El Alamein maar een kleine 210km detour vanwege een vergeten mobieltje had wat roet in het eten gegooid. Dus El Alamein werd het. We reden zo’n tien km over wat zandpaadjes de woestijn in richting een paar huisjes en vroegen aan de eerste de beste El-Alameinees of we hier mochten staan. Dat mocht en zo doende.
Dat was El Qahira
We zijn in Egypte, intussen al in Caïro, na een lange tocht door de Sinaï en een overnachting in Suez, waar we met uitzicht op Het kanaal gegeten en geslapen hebben.De aankomst in de stad is een worsteling door het verkeer, waar elk vervoermiddel vecht om voor de ander te blijven, waar driebaans wegen vijf- of zesbaans blijken te zijn, zodat er bij elke bocht of kruispunt knelpunten zijn. Dit wordt opgevrolijkt met het permanente geluid van toeters en de verschillende moskeeën, die hun best doen om 24 uur per dag hun boodschap te verkondigen.
Wonder boven wonder hebben we de camping Salma – uiteraard weer met een prachtige entree via een achterafstraatje, maar wel met bier - binnen ‘no time’ gevonden.
De visa voor Ethiopië en Sudan hebben we - na wat stevige ‘baksjiesh’ betaald te hebben – binnen twee dagen geregeld. Tamman, Kwayes, Sjukran …
Dit geeft ons tijd om sight seeing te doen. De Sfinx en de Piramiden zijn groot en prachtig maar zonder schaduw en heet. Het museum is erg interessant, maar chaotisch ingericht.
De markt bestaat uit een toeristengedeelte, waar de standaard souvenirs veelvuldig aangekocht dienen te worden. Gelukkig hebben we ook een stukje normale markt gezien, waar we door een behulpzame Egyptenaar door heen werden geleid (en uiteindelijk bij een neef belandden met …… raad eens: souvenirs). Toch leuk.
Na drie / vier dagen drukte in Caïro langs Alexandrië naar El Alemein, toen weer terug naar Alexandrië en daarna weer naar El Alemein, kortom 200 km extra om de telefoon van Ipo die een attente VVV medewerkerster had gevonden en Karla daarover had geïnformeerd, op te halen. Dat ging net goed Inshallah, Al Hamdullilah….
douchen
Welcome to Egypt
We kregen onze paspoorten niet terug ! De official sprak ook nog praktisch geen engels maar we begrepen dat we ergens in een gebouw aan land tezijnertijd met onze paspoorten verenigd zouden worden. Op de boot van Akaba in Jordanië naar Nuweiba in Egypte vormde zich een lange rij voor een klein kantoortje om paspoorten te laten afstempelen, waar wij ons omdat we niet beter wisten bij aangesloten hadden met bovenvernoemd resultaat.
Eenmaal aan land in Nuweiba vonden we na een aantal gebouwen geprobeerd te hebben, dezelfde official terug. en waren we opgelucht dat we de paspoorten weer op tafel zagen liggen. Helaas moest er eerst nog een zegeltje gehaald worden ergens voor EP 15 pp. Toen dat gelukt was kregen we de pasporten terug. Ipo en ik feliciteerden elkaar met de snelheid waarmee ons dit alles gelukt was.
Drie uur later waren we wat minder vrolijk. Als er een foto bij dit stukje had moeten staan was het er een waarbij we onze petten van frustratie aan het opeten waren. Ruwweg geschat hebben we zo’n 30 formulieren moeten invullen, allen in het Arabisch gesteld. Ons Arabisch beperkte zich tot “yes en no” dus daarom werd ons een jonge douane man ter beschikking gesteld die Engels sprak en ons hielp. Deze jongeman had sinds zes uur niets gegeten en gedronken, zijn sexleven was waarschijnlijk opgedroogd en hij snakte waarschijnlijk naar een sigaret. Kortom, aangezien dit werk geen carrièremove was voor hem, had hij er ook duidelijk geen zin in. Zijn Engels beperkte zich ook tot “Now you pay him xx Pounds” , waarbij xx waardes aannam van 20, 120, 520, 530 en diverse andere bedragen. Zijn tweede Engelse zin was “Go and make copy” en dan gingen we weer naar een kopieergebouw waar vriendelijke mensen ons kopietjes bezorgden van Arabische formuliertjes, uiteraard tegen betaling.
Het dieptepunt werd bereikt toen we naar een stinkend gebouwtje aan het eind van het terrein liepen en op een deur klopten waarvan ik dacht dat het toilet was. Omdat er geen reactie kwam liepen we weer weg maar dat was te vroeg. Een jongeman deed onverwacht toch open en was net zijn hemd in zijn broek aan het stoppen. De reden was duidelijk, naast zijn bureau lag een matras waarvan de damp nog steeds opsteeg. Hij was onverwacht uit dromenland gehaald. Ook hier formuliertje invullen met Ritsema, nee, Ritsema niet Flitsma of Ritsernaast. Only 20 pounds en nadat wij de kwaliteiten van Mido hadden geroemd en only 20 pounds lichter konden we door naar de volgende ronde en waren zelfs Robben en van Persie good footballers.
Aan het einde van de drie uur hadden we een compleet nieuwe in Arabisch gestelde licence voor de auto, een nieuwe verzekering (nu zijn we dus 2 keer verzekerd, maar ja de risico’s zijn hier ook minstens zoveel hoger) en nieuwe nummerplaten die een snotneus dwars door onze achterdeuren schroefde. Wij zelf blaften van de honger waren uitgedroogd, 1500 Egyptische ponden lichter en in staat tot moord.
Eenmaal aan land in Nuweiba vonden we na een aantal gebouwen geprobeerd te hebben, dezelfde official terug. en waren we opgelucht dat we de paspoorten weer op tafel zagen liggen. Helaas moest er eerst nog een zegeltje gehaald worden ergens voor EP 15 pp. Toen dat gelukt was kregen we de pasporten terug. Ipo en ik feliciteerden elkaar met de snelheid waarmee ons dit alles gelukt was.
Aan het einde van de drie uur hadden we een compleet nieuwe in Arabisch gestelde licence voor de auto, een nieuwe verzekering (nu zijn we dus 2 keer verzekerd, maar ja de risico’s zijn hier ook minstens zoveel hoger) en nieuwe nummerplaten die een snotneus dwars door onze achterdeuren schroefde. Wij zelf blaften van de honger waren uitgedroogd, 1500 Egyptische ponden lichter en in staat tot moord.
Abonneren op:
Reacties (Atom)