Reisblog Ipo en Hennelies en Frus en Liesbeth

Reisblog Ipo en Hennelies en Frus en Liesbeth

Nederland (Castricum, Utrecht) --- Zuid Afrika (Kaapstad)

Van 1 augustus 2010 t/m januari 2011 gaan wij met z'n vieren op reis. Wij zijn Frus en Liesbeth en Ipo en Hennelies, die elkaar sinds 1973 kennen en allen reislustig van aard zijn.

We rijden vanuit Nederland met eigen vervoer naar Kaapstad Zuid-Afrika. Met onze eigen auto's (Toyota Landcruiser HZJ78 en HZJ80), een slaapplek op het dak, etc.

We hopen op deze wijze al onze familie, vrienden en bekenden op de hoogte te houden van onze belevenissen.







De route

De route
en het plan

donderdag 9 september 2010

Nog een verlaat Wadi Rum filmpje

Red, white and black deserts



De Western desert road van Bahariya naar Luxor is laaaang, meer dan duizend kilometer woestijn afgewisseld met oases. De weg is bovendien voor het grootste gedeelte ook recht en eentonig, een waarachtige opgave voor bestuurders om wakker te blijven. De waarschuwingsborden voor bochten, meer koerswijzigingen van enkele graden en de vele checkpoints, vormen de belangrijkste gebeurtenissen in een uur rijden. Het grootste risico bij checkpoints blijkt intussen dat je pennen of potloden kwijtraakt, aangezien de politie of militairen daar een groot tekort aan hebben.
Spectaculaire tussendoortjes zijn er gelukkig ook.

De mooiste is het White Desert geopark, waar we overnachtten tussen de door de wind gezandstraalde witte beeldhouwwerken in de vorm van verschillende soorten paddenstoelen en dieren uit het dierenrijk. Een oogverblindend en surrealistisch schouwspel, waar onze auto’s zich weer fotogeniek konden laten zien. ’s Avonds bleek dat we niet de enige waren die er overnachtten, gezien de diverse vuurtjes in de woestijn. Ook de aanwezige woestijnvossen hadden zich aangepast en kwamen tijdens het eten hun portie ophalen. Het eerste ‘wild’ hebben we gespot.

Daarnaast zijn er de oases, sommige groot (Bahariya), Dahkla, ..) andere klein (Farafra, Khagla, ..), waar dadelpalmen en ander groen welig tieren. Alle oases bestaan bij de gratie van zoet grondwater; de aanwezige hot en cold spring zijn in feite aangesloten op diepe waterputten. Niet zelden een mislukte, hergebruikte olieboring. De verdere voorzieningen in de oases zijn basic, in ieder geval geen internet.

Daarom zijn we blij dat we nu in Luxor aangekomen zijn bij onze camping met zwembad en internet, waar ook de Oranje Trophy heeft gekampeerd en waar we de eerste overlander vanuit Zuid Africa zijn tegengekomen. Dat levert een hoop informatie op.

Siwa

Siwa staat in de boekjes als de mooiste oase in Egypte en dat is zonder twijfel waar. Hij wordt omgeven door 200 km niks en bestaat uit alles wat men zich voorstelt van een oase. Duizenden dadelpalmen, overal bronnetjes die kleine meertjes vullen en waarin je heerlijk kunt zwemmen en omgeven door meren met zout korsten erop en bewoond door vogels die er uitzien als witte flamingo’s. Vlak bij was een groot duinenveld en we hebben nog een tijdje met onze eigen auto’s en vervolgens met een gehuurde auto met chauffeur hier rondgereden. We waren heel trots op onze eigen rijprestaties in dit gebied maar konden toch op geen enkele manier tippen aan wat onze chauffeur met een Landcruiser kon. De meeste dingen die hij deed hadden wij niet voor mogelijk gehouden en zeker niet met deze snelheid. Er gaan weken voorbij dat wij niet met 100 km/h over duinkammen schieten en langs hellingen van 30 graden naar beneden duizelen. Het eerste kwartier hebben we geen van allen adem gehaald. Op de hoeveelheid adrenaline in ons bloed kon je een ei bakken.
In één woord geweldig.
Ja en toen wilden we weg uit Siwa en wel naar Bachariya, de volgende oase. Dat kon alleen met een permit die ergens in het dorp te verkrijgen was. Na vele uren rondvragen bleek dat de permit niet het enige probleem was, er moest namelijk een Egyptenaar mee in de auto. Waar vind je zo snel een graatmagere Egyptenaar wan hij moest namelijk tussen onze twee voorstoelen passen en zittend op ons kleine koelkastje. Dat probleem bleek relatief snel op te lossen toen we een beloning van $50 uitloofden voor de eerste magere gek die mee wilde. Het alternatief was voor ons een omweg van drie dagen en meer dan 1000 km. Er melde zich een hele aardige Engels sprekende leraar die wel wat geld kon gebruiken. De volgende ochtend bleken er zowaar nog drie auto’s klaar te staan om naar Bacharya te gaan, een was zelfs gevuld met 4 Nederlanders. Een leger officier reed voorop om ons te beschermen tegen terroristen, Khadafi, en ander ongedierte. We hebben 425 km niets anders gezien dan zes check points van het leger waar alleen maar papieren gecheckt werden.
Onze ervaring in het duinenveld kwam hier goed van pas want de officier legde de lat hoog door met minimaal 100 km/h over ongeasfalteerde ofwel zwaar beschadigde wegen weg te stuiven. Met ware doodsverachting zwierden wij door de woestijn, af en toe een paar klompen asfalt ontmoetend, maar meestal zand en keien. Onze auto’s hebben het goed doorstaan, alleen Ipo’s toeter wil niet meer en ik vis zand uit allerlei hoeken waar ik dat normaal niet zou verwachten.

Woestijn

Het duurde een tijdje voor we het doorhadden. Het oude mannetje wenkte ons met de ene hand en stuurde ons weg met de andere hand. Hij sprak daarbij allerliefs Arabisch. Maar uiteindelijk viel de piaster. Hij wilde Ipo en mij uitnodigen maar de vrouwen niet en natuurlijk stonden die vooraan om mee te gaan. Dus moesten de Liesjes zich bezighouden met Rummy-Kuppen en werden de mannen ge-entertaint door de mannelijk tak van een Arabische familie. We kregen thee en limonade en werden met handen en voeten ondervraagd over onze avonturen. Aangezien wij tegenwoordig heel goed zijn met ledematen-speak werden die avonturen dan ook behoorlijk aangedikt.
Hoe we hier terechtkwamen ? Oorspronkelijk hadden we veel verder de woestijn in gewild dan El Alamein maar een kleine 210km detour vanwege een vergeten mobieltje had wat roet in het eten gegooid. Dus El Alamein werd het. We reden zo’n tien km over wat zandpaadjes de woestijn in richting een paar huisjes en vroegen aan de eerste de beste El-Alameinees of we hier mochten staan. Dat mocht en zo doende.
De volgende dag door naar Matrouh en ook hier viel de afstand tegen en wederom werd gekozen voor een “night in the desert”, we zijn natuurlijk zuinige Nederlanders. Hier ging het zelfs beter, we vonden een leuk stil plekje achter een bergje waar een paar oude machines stonden te roesten. Het was er lekker koel, relatief dan, het eten lukte fantastisch, we hadden zelfs nog twee biertjes. De flesjes hebben we nog gepoogd uit te wringen. En het was er heerlijk stil, ditmaal geen idioot geschreeuw vanaf de toren van een moskee. We lagen net heerlijk in slaap te vallen toen toch een verontrustende geluid opsteeg vanuit die roestende machines. Deze machines bleken nog steeds in gebruik als steenbrekers en die berg werd langzaam maar zeker weggebroken. Vanwege de Ramadan had men besloten ’s nachts te gaan werken. Gelukkig hielden ze tegen 5 uur ’s ochtends op waarna ik nog een dik uur slaap tegemoet kon zien voor de koperen knoert er een einde aan maakte.

Dat was El Qahira

We zijn in Egypte, intussen al in Caïro, na een lange tocht door de Sinaï en een overnachting in Suez, waar we met uitzicht op Het kanaal gegeten en geslapen hebben.
De aankomst in de stad is een worsteling door het verkeer, waar elk vervoermiddel vecht om voor de ander te blijven, waar driebaans wegen vijf- of zesbaans blijken te zijn, zodat er bij elke bocht of kruispunt knelpunten zijn. Dit wordt opgevrolijkt met het permanente geluid van toeters en de verschillende moskeeën, die hun best doen om 24 uur per dag hun boodschap te verkondigen. Dit alles geeft een aardig beeld hoe het hier is.
Wonder boven wonder hebben we de camping Salma – uiteraard weer met een prachtige entree via een achterafstraatje, maar wel met bier - binnen ‘no time’ gevonden.
De visa voor Ethiopië en Sudan hebben we - na wat stevige ‘baksjiesh’ betaald te hebben – binnen twee dagen geregeld. Tamman, Kwayes, Sjukran …
Dit geeft ons tijd om sight seeing te doen. De Sfinx en de Piramiden zijn groot en prachtig maar zonder schaduw en heet. Het museum is erg interessant, maar chaotisch ingericht. We hebben daar wel de Tutankhamun schatten gezien. Wonderbaarlijk hoe de voorwerpen die mee het graf in gingen, leken op kleding, gereedschap, boten en woningen, die vandaag de dag nog in Egypte gebruikt worden.
De markt bestaat uit een toeristengedeelte, waar de standaard souvenirs veelvuldig aangekocht dienen te worden. Gelukkig hebben we ook een stukje normale markt gezien, waar we door een behulpzame Egyptenaar door heen werden geleid (en uiteindelijk bij een neef belandden met …… raad eens: souvenirs). Toch leuk.
Na drie / vier dagen drukte in Caïro langs Alexandrië naar El Alemein, toen weer terug naar Alexandrië en daarna weer naar El Alemein, kortom 200 km extra om de telefoon van Ipo die een attente VVV medewerkerster had gevonden en Karla daarover had geïnformeerd, op te halen. Dat ging net goed Inshallah, Al Hamdullilah….

douchen

Cairo heeft maar 1 camping Op internet werd hij al beschreven als vies Maar ja , we hebben visums nodig voor Soedan en Ethiopië We hebben dus geen keuze. Bij aankomst vallen de kampeerplaatsen best mee , er is schaduw en genoeg ruimte We waren zoals meestal de enige klanten. De normale douches waren gesloten en alleen de oude blokken waren open. Eerst moest ik de hond die daar in de viezigheid verkoeling zocht naar buiten jagen. De gordijnen stonden stijf van de troep en konden niet dicht. Het sanitair en de vloer zijn oud, stuk en vies. .Hier ga ik beslist niet douchen zeg ik nog hard op. .Maar ja het is warm en we hebben zelf nog maar weinig water {drinkwater dus}.De eerste keer probeer je zo weinig mogelijk aan te raken en walg je van het hele gebeuren. Op de derde dag vind je dit alles al redelijk normaal. Je verlegt echt wel je grenzen als het moet . Soedan kom maar op.

Als standaards eenmaal glijden blijven ze glijden. Na drie dagen in de woestijn kamperen zat er op een gegeven moment niets anders op dan langs de weg onze gezandstraalde haren te wassen in de plaatselijke beek en ook de douche werd vervangen door een zwempartijtje in een vijvertje, maar we werden schoon, min of meer.

Welcome to Egypt

We kregen onze paspoorten niet terug ! De official sprak ook nog praktisch geen engels maar we begrepen dat we ergens in een gebouw aan land tezijnertijd met onze paspoorten verenigd zouden worden. Op de boot van Akaba in Jordanië naar Nuweiba in Egypte vormde zich een lange rij voor een klein kantoortje om paspoorten te laten afstempelen, waar wij ons omdat we niet beter wisten bij aangesloten hadden met bovenvernoemd resultaat.
Eenmaal aan land in Nuweiba vonden we na een aantal gebouwen geprobeerd te hebben, dezelfde official terug. en waren we opgelucht dat we de paspoorten weer op tafel zagen liggen. Helaas moest er eerst nog een zegeltje gehaald worden ergens voor EP 15 pp. Toen dat gelukt was kregen we de pasporten terug. Ipo en ik feliciteerden elkaar met de snelheid waarmee ons dit alles gelukt was.
Drie uur later waren we wat minder vrolijk. Als er een foto bij dit stukje had moeten staan was het er een waarbij we onze petten van frustratie aan het opeten waren. Ruwweg geschat hebben we zo’n 30 formulieren moeten invullen, allen in het Arabisch gesteld. Ons Arabisch beperkte zich tot “yes en no” dus daarom werd ons een jonge douane man ter beschikking gesteld die Engels sprak en ons hielp. Deze jongeman had sinds zes uur niets gegeten en gedronken, zijn sexleven was waarschijnlijk opgedroogd en hij snakte waarschijnlijk naar een sigaret. Kortom, aangezien dit werk geen carrièremove was voor hem, had hij er ook duidelijk geen zin in. Zijn Engels beperkte zich ook tot “Now you pay him xx Pounds” , waarbij xx waardes aannam van 20, 120, 520, 530 en diverse andere bedragen. Zijn tweede Engelse zin was “Go and make copy” en dan gingen we weer naar een kopieergebouw waar vriendelijke mensen ons kopietjes bezorgden van Arabische formuliertjes, uiteraard tegen betaling.
Het dieptepunt werd bereikt toen we naar een stinkend gebouwtje aan het eind van het terrein liepen en op een deur klopten waarvan ik dacht dat het toilet was. Omdat er geen reactie kwam liepen we weer weg maar dat was te vroeg. Een jongeman deed onverwacht toch open en was net zijn hemd in zijn broek aan het stoppen. De reden was duidelijk, naast zijn bureau lag een matras waarvan de damp nog steeds opsteeg. Hij was onverwacht uit dromenland gehaald. Ook hier formuliertje invullen met Ritsema, nee, Ritsema niet Flitsma of Ritsernaast. Only 20 pounds en nadat wij de kwaliteiten van Mido hadden geroemd en only 20 pounds lichter konden we door naar de volgende ronde en waren zelfs Robben en van Persie good footballers.
Aan het einde van de drie uur hadden we een compleet nieuwe in Arabisch gestelde licence voor de auto, een nieuwe verzekering (nu zijn we dus 2 keer verzekerd, maar ja de risico’s zijn hier ook minstens zoveel hoger) en nieuwe nummerplaten die een snotneus dwars door onze achterdeuren schroefde. Wij zelf blaften van de honger waren uitgedroogd, 1500 Egyptische ponden lichter en in staat tot moord.