
De aankomst in de stad is een worsteling door het verkeer, waar elk vervoermiddel vecht om voor de ander te blijven, waar driebaans wegen vijf- of zesbaans blijken te zijn, zodat er bij elke bocht of kruispunt knelpunten zijn. Dit wordt opgevrolijkt met het permanente geluid van toeters en de verschillende moskeeën, die hun best doen om 24 uur per dag hun boodschap te verkondigen.
Wonder boven wonder hebben we de camping Salma – uiteraard weer met een prachtige entree via een achterafstraatje, maar wel met bier - binnen ‘no time’ gevonden.
De visa voor Ethiopië en Sudan hebben we - na wat stevige ‘baksjiesh’ betaald te hebben – binnen twee dagen geregeld. Tamman, Kwayes, Sjukran …
Dit geeft ons tijd om sight seeing te doen. De Sfinx en de Piramiden zijn groot en prachtig maar zonder schaduw en heet. Het museum is erg interessant, maar chaotisch ingericht.
De markt bestaat uit een toeristengedeelte, waar de standaard souvenirs veelvuldig aangekocht dienen te worden. Gelukkig hebben we ook een stukje normale markt gezien, waar we door een behulpzame Egyptenaar door heen werden geleid (en uiteindelijk bij een neef belandden met …… raad eens: souvenirs). Toch leuk.
Na drie / vier dagen drukte in Caïro langs Alexandrië naar El Alemein, toen weer terug naar Alexandrië en daarna weer naar El Alemein, kortom 200 km extra om de telefoon van Ipo die een attente VVV medewerkerster had gevonden en Karla daarover had geïnformeerd, op te halen. Dat ging net goed Inshallah, Al Hamdullilah….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten