Siwa staat in de boekjes als de mooiste oase in Egypte en dat is zonder twijfel waar. Hij wordt omgeven door 200 km niks en bestaat uit alles wat men zich voorstelt van een oase. Duizenden dadelpalmen, overal bronnetjes die kleine meertjes vullen en waarin je heerlijk kunt zwemmen en omgeven door meren met zout korsten erop en bewoond door vogels die er uitzien als witte flamingo’s. Vlak bij was een groot duinenveld en we hebben nog een tijdje met onze eigen auto’s en vervolgens met een gehuurde auto met chauffeur hier rondgereden. We waren heel trots op onze eigen rijprestaties in dit gebied maar konden toch op geen enkele manier tippen aan wat onze chauffeur met een Landcruiser kon. De meeste dingen die hij deed hadden wij niet voor mogelijk gehouden en zeker niet met deze snelheid. Er gaan weken voorbij dat wij niet met 100 km/h over duinkammen schieten en langs hellingen van 30 graden naar beneden duizelen. Het eerste kwartier hebben we geen van allen adem gehaald. Op de hoeveelheid adrenaline in ons bloed kon je een ei bakken.
In één woord geweldig.
Ja en toen wilden we weg uit Siwa en wel naar Bachariya, de volgende oase. Dat kon alleen met een permit die ergens in het dorp te verkrijgen was. Na vele uren rondvragen bleek dat de permit niet het enige probleem was, er moest namelijk een Egyptenaar mee in de auto. Waar vind je zo snel een graatmagere Egyptenaar wan hij moest namelijk tussen onze twee voorstoelen passen en zittend op ons kleine koelkastje. Dat probleem bleek relatief snel op te lossen toen we een beloning van $50 uitloofden voor de eerste magere gek die mee wilde. Het alternatief was voor ons een omweg van drie dagen en meer dan 1000 km. Er melde zich een hele aardige Engels sprekende leraar die wel wat geld kon gebruiken. De volgende ochtend bleken er zowaar nog drie auto’s klaar te staan om naar Bacharya te gaan, een was zelfs gevuld met 4 Nederlanders. Een leger officier reed voorop om ons te beschermen tegen terroristen, Khadafi, en ander ongedierte. We hebben 425 km niets anders gezien dan zes check points van het leger waar alleen maar papieren gecheckt werden.
Onze ervaring in het duinenveld kwam hier goed van pas want de officier legde de lat hoog door met minimaal 100 km/h over ongeasfalteerde ofwel zwaar beschadigde wegen weg te stuiven. Met ware doodsverachting zwierden wij door de woestijn, af en toe een paar klompen asfalt ontmoetend, maar meestal zand en keien. Onze auto’s hebben het goed doorstaan, alleen Ipo’s toeter wil niet meer en ik vis zand uit allerlei hoeken waar ik dat normaal niet zou verwachten.
donderdag 9 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten