Het was onverdraaglijk voor Ipo en Frus om te moeten accepteren dat de weg naar Petauke “impassable” oftewel onpasseerbaar was. Vooral nadat we net hadden moeten accepteren dat een grote baboon met blauwe ballen onze tafel omver sprong en er met het brood vandoor ging. Liesbeth had nog met gevaar voor eigen leven de zak vastgehouden, maar de aap trok zo hard dat hij scheurde. Ondertussen waren er tien andere apen bijgekomen en dus was er geen houden meer aan.
Laat ik bij het begin beginnen. We bevonden ons op een camping genaamd “Flat Dogs”in het South Luangwa park in Zambia. Dit park is vooral bekend voor de nijlpaarden en kuddes olifanten. De nijlpaarden kwamen inderdaad tegen de avond uit de rivier en liepen dwars door de camping. De olifanten zagen we toen Ipo met de auto er bijna tegen aan reed. Het is nog maar de vraag wie harder schrok, hij of de olifant. In ieder geval was de olifant het er niet mee eens want hij liep hard trompetterend weg en Ipo dacht dat een extra dotje gas wel op zijn plaats was. Onze supertracker Hennelies had ook nog een roedel leeuwen ontdekt, gelukkig een eindje verwijderd van het kamp.
Eten was in Flat Dogs bijzonder stressvol. Permanent zaten er een tiental apen rond onze tafel, die zich met twee handelingen bezig hielden, jatten van eten en schijten, bij voorkeur boven op de auto, Omdat apen op mensen lijken resulteerde dit in een penetrante volle-luier lucht rond onze tent.
South Luangwa wilden we verlaten via de kortste weg op de kaart, een onverharde weg. De Italiaanse kamp manager noemde hem impassable, maar zoals we allen weten houden Italianen van overdrijven. Om een uur of acht vertrokken we.
De eerste tien kilometer gaven toch nog wat opwinding omdat er vlak voor ons een grote kudde olifanten de weg overstak. Toen het laatste kleine baby olifantje gepasseerd was wilde ik doorrijden. Gelukkig had Liesbeth de film de Leeuwenkoning gezien en wist dat de laatste nooit een kleintje is. En inderdaad, na een paar minuten wachten kwam er nog een enorme knoepert langs met van die grote slagtanden. Helaas wordt er in deLeeuwenkoning niet gerept over de slome olifant en zodoende kwamen wij toch nog met de auto tussen knoepert en sloompie terecht.
De weg was passeerbaar maar het had niet veel gescheeld. Een aantal keren hebben we omwegen moeten zoeken omdat de hoofdweg weggeslagen was. Ook grote stukken water moesten we oversteken en we zijn vele keren de weg kwijtgeraakt omdat hij gewoon niet meer zichtbaar was. De laatste 100 km hebben we voor ambulance gespeeld en een mevrouw met een ziek kind en haar man meegenomen. De vrouw en kind waren zo ziek dat Liesbeth het nodig vond om zelf achterin te gaan zitten. Acht uur hadden we nodig om in Petauke te geraken maar de Italiaan had het mis.
zaterdag 25 december 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten