Tot nu toe ging onze tocht voornamelijk langs de Nijl. De Nijl is in Soedan een smalle strook met groen waaraan veel dorpen zijn gelegen. Deze Nubische dorpen zijn van een totaal ander kaliber dan we in Egypte gewend waren. De huizen zijn voor het merendeel ommuurd met een aantal vierkante lemen woningen op het erf. De erfjes worden zeer geregeld schoongeveegd en zien er dan ook goed uit. In de dorpen zijn de straten onverhard en vormen de mensen bij piepkleine winkeltjes, moskeen en scholen terugkerende taferelen. Je bent snel buiten de stad in de woestijn, waar het bush camperen prima is.
Khartoem is een grote stad waar heel veel mensen wonen en waar de Witte en Blauwe Nijl opgaan in De Nijl. Op de Blue Nile Sailing Club, waar we kampeerden, kwamen we vele ‘overlanders’ weer tegen. Waarom we er drie nachten zijn gebleven is eigenlijk een raadsel, want het is niet aan te bevelen: warm, vochtig, muskieten, etc. In ieder geval kwam het goed uit om een Toyota-onderdeel op de kop te tikken (dank zij goede coordinaten: goed voorbereid is het halve werk) om de airco van de Roadrunner te kunnen repareren. Die doet het gelukkig weer.
Het uitstapje met de taxi was niet zo bijzonder (we zijn verwend), in tegenstelling tot de taxi zelf, waar alle overbodige onderdelen uit verdwenen leken. Wonen en kamperen in Khartoem, nou nee…
Tussen de velden vonden we weer een mooie bush camp met attente gastheren bij Migreh.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten